Dominicus
Mirjam wolthuis

Grote verslagenheid golfde door de Dominicuskerk op zondagochtend 27 juni toen vanaf de kansel werd meegedeeld dat die nacht Ton Honig, geliefd voorganger en lid van het Liturgisch Team, was overleden.

Ton was al jaren ernstig ziek – hij kreeg steeds minder adem – viel ruim dertig kilo af, lag zelfs een keer tien dagen in coma en was al opgegeven… maar het was alsof hij negens levens had: steeds kwam hij er wonder boven wonder weer bovenop, vanuit een enorm optimisme, een ontembare levensdrift, humor en werkkracht en altijd boordevol creatieve plannen.

Tijdens zijn ziekte bleef de band met de Dominicus sterk. Meerdere malen moest in de orde van dienst worden gemeld dat Ton in het ziekenhuis lag, dat het slecht ging, dat post ter ondersteuning gewaardeerd werd. Daar werd altijd massaal op gereageerd en Ton was daar ontzettend blij mee.
En toen Ton moest verhuizen van hartje Amsterdam naar Noord – waar de lucht schoner was – gingen collega-voorgangers en een paar dertigers voor wie Ton juist een paar workshops over geweldloos communiceren had gegeven, helpen schoonmaken.

Een half jaar geleden leek het beter te gaan. Op 21 februari dit jaar, zijn 53-ste verjaardag, preekte hij na twee jaar afwezigheid weer. Over dankbaarheid! En op 25 april preekte hij over het maken van keuzes, waarbij hij eindigde met de woorden van Augustinus: Geef me de kracht om te veranderen wat ik veranderen kan, geef me de kracht om te accepteren wat ik niet veranderen kan en geef me de wijsheid om te kunnen kiezen tussen die twee.

En hij bleef proberen dingen te veranderen, tegen de klippen op. Vlak na die laatste preekbeurt kreeg hij twee herseninfarcten achter elkaar, maar zelfs de afasie die dat veroorzaakte weerhield hem er niet van om in juli weer te willen preken. ‘Ik ben nog veel woorden kwijt,’ zei hij begin juni, om de drie woorden naar adem happend, ‘maar ik schrijf die toespraak van te voren uit zodat ik niet bang hoef zijn dat ik ter plekke met mijn mond vol tanden sta.’

Ton Honig werd geboren op 21 februari 1957 en studeerde theologie en filosofie. Hij werkte als predikant in de Bijlmerbajes en op een internaat voor kinderen van binnenvaartschippers en kermismensen. Van 1994 tot 2005 was hij studentenpastor aan de VU en specialiseerde hij zich in rouwverwerking bij jongeren en kinderen. Hij leidde herdenkingsdiensten voor overleden kinderen, met veel aandacht voor rituelen waarin ruimte is voor zowel verdriet als lichtheid.
Dat de dood zo’n grote rol in zijn leven speelde, komt wellicht doordat hij zelf op 11-jarige leeftijd kanker kreeg. Hij genas wel, maar de (veel te zware) bestralingen van toen eisten later hun tol en zijn hem uiteindelijk fataal geworden.

Buiten de Dominicus had Ton verschillende andere levens. Zo schreef hij kinderboeken. In 1997 verschenen Achterstevoren, zeven verhalen over de dood, en Het blauwe paard, dat hij met zijn broer Coen maakte voor kinderen die te maken krijgen met Aids. In het voorjaar van 2008 verscheen Rabarber over drie kinderen wier moeder ziek wordt en sterft. Het gaat vooral over hoe de kinderen hiermee omgaan en de kracht vinden om door te leven.
Juist de laatste jaren van Ton waren een explosie van creatieve productiviteit. Het lijkt wel alsof zijn boeken vrijer en lichter van toon werden naarmate zijn leven zwaarder werd. Samen met zijn vrouw, beeldend kunstenaar Sophie van Boven, vormde hij een gouden duo in leven en werk. Ze maakten twee prachtige, humoristische kinderboeken over poëzie: Het boekje dat verkeerd afloopt (2008) en Woordkok (2009). Rond deze boeken zetten ze educatieve poëzieprojecten voor kinderen op die hoog gewaardeerd werden, onder meer door Stichting Lezen. Ook lagen er plannen voor films en documentaires. Zie hun websites www.lichterlaaie.com en www.woordkok.nl.

Maar bovenal was Ton Honig een kostbaar mens, een wijze en inspirerende vriend, iemand om van te houden. We wensen Sophie en zijn kinderen veel troost en sterkte toe.